Illustrator D’Avellonne van Dijk over de kunstwerken op Centrumeiland

'Ik vind het belangrijk dat men iets van mijn werk leert'

Voluptatem accusantium

Een creatieve duizendpoot – zo zou je D’Avellonne van Dijk het beste kunnen omschrijven. Ze is uitgever, animatie-enthousiasteling, vormgever en freelance illustrator én verantwoordelijk voor de bijzondere illustraties die te zien zijn op de entrees van woongebouwen Tula, Virginia en Anton op Centrumeiland (IJburg). Alle reden om daar eens met haar over te praten. Een gesprek over het maakproces, gelaagdheid en het belang van het benoemen van het verleden.

Complexe geschiedenis

“Ik ben een kind van onze koloniale geschiedenis. Mijn vader is Nederlands, mijn moeder komt van de Antillen. Die hadden elkaar nooit ontmoet als we niet zo’n complexe geschiedenis hadden gehad.” Het mag duidelijk zijn dat de in Rotterdam woonachtige illustrator het onderwerp interessant vindt: niet voor niets is het voor haar belangrijk dat haar werk óók een onderwijzend doel dient.

Black girl magic

D’Avellonne omschrijft haar stijl als ‘black girl magic’, met een beetje magie en twee beetjes activisme. Op haar vierde wilde ze acrobaat worden, maar al snel werd duidelijk dat haar grootste passie bij tekenen lag. Inmiddels is ze medeoprichter van Uitgeverij Wilde Haren – dat zich focust op inclusieve kinderboeken – en werkt ze als chef illustratie voor Vers Beton, een onafhankelijk journalistiek platform voor en door Rotterdammers. En daarnaast dus als freelance illustrator, met als resultaat onder andere haar enorme tekeningen die de entrees van onze woongebouwen op IJburg sieren. Maar hoe zijn die illustraties eigenlijk tot stand gekomen?

Mailtje in spambox

Nadat de huidige bewoners van de gebouwen de namen hadden gekozen, kwam onze beleidsadviseur Ineke – onder andere verantwoordelijk voor de kunstwerken in en op onze gebouwen – D’Avellonne op het spoor. “Ineke vond mij, doordat ik in het verleden werk gemaakt heb over Tula voor OneWorld, wat weer een variatie was op eerder werk dat ik voor het Wereldmuseum gemaakt had. Ze mailde mij – blijkbaar – maar daar kwam ik pas achter nadat ik twee maanden later een berichtje van haar op Instagram kreeg. Haar mailtje was in mijn spam terecht gekomen, haha.”

Nog twee portretten

Toen D’Avellonne eenmaal haar kunstwerk voor Tula had afgerond, raakte ze aan de praat met onze directievoorzitter Erik Gerritsen. “Ik zei tegen hem: ‘Het slaat zo goed aan, waarom zouden we niet nog twee portretten maken?’” Zo gezegd, zo gedaan. Wel was het hierin voor haar van belang dat het project aan bepaalde voorwaarden voldeed. “Een van die voorwaarden was dat ik niet met allemaal aparte eilandjes wilde werken, maar dat we de relevante stichtingen en instanties zouden betrekken. Ik vind het belangrijk om dit soort illustraties te maken op basis van referenties naar familiehistorie of gelaatstrekken. Daarom vroeg ik ook gelijk of we het nationaal archief van Aruba hiervoor konden aanhaken.”

Enthousiasme vanuit familie

Al snel volgde vanuit het archief een reactie en wat bleek, de familie Bikker – met daarin afstammelingen van (de broer van) Virginia Dementricia – zag het idee wel zitten.

D’Avellonne: “Ze wilden graag meewerken aan mijn zoektocht naar gelaatstrekken. Zelf waren ze toevallig al een tijdje bezig met het opstellen van hun familiestamboom. Uiteindelijk waren ze heel blij met het eindresultaat – van meerdere familieleden kreeg ik terug dat ze allerhande familietrekjes erin herkenden, van de ‘appelwangetjes’ tot de jukbenen.”

Op onderzoek uit

Om daartoe te komen, ging D’Avellonne niet over één nacht ijs. “Voordat ik aan deze werken begon, wist ik van Virginia het minste. Over Tula had ik natuurlijk al eerder werk gemaakt, en over Anton de Kom is simpelweg al veel informatie beschikbaar. Daarom ben ik voor haar illustratie eerst gaan onderzoeken wie ze zelf was, wie haar ouders waren en wie haar plantagehouder was. Dáár ben ik mee begonnen. De diepere research naar hoe haar leven is geweest, kwam daarna.”

D'avellonne Bij De Anton
Over Anton de Kom was informatie beschikbaar

Benaderbaarheid en prikkeling

Al dat onderzoek zorgt voor een bepaalde gelaagdheid in het resultaat, maar uiteindelijk gaat het er volgens D’Avellonne ook om dat het ‘gewoon’ mooi is om naar te kijken. “De illustraties moeten benaderbaar zijn en tegelijkertijd voldoende prikkelen. Dit zijn namelijk niet zomaar figuren uit onze geschiedenis; idealiter zorgen mijn beelden ervoor dat men er meer over te weten wil komen.” 

Leren over onze geschiedenis

Het is dan ook een van de belangrijkste doelen die ze met haar werk probeert te bereiken: dat degene die ernaar kijkt, er iets van opsteekt. Ze vervolgt: “Ik vind het belangrijk dat men iets van mijn werk leert. Dan heb ik het niet alleen over alle narigheid, dood en verderf en überhaupt de consequenties van onze geschiedenis, maar ook de mooie dingen, zoals de mensen die ondanks alles zijn opgestaan voor wat rechtvaardig is. Door die historie te erkennen, leren we over onze geschiedenis en kunnen we beter begrijpen waar de ander vandaan komt.”

D'avellonne Van Dijk Midden
D'Avellonne van Dijk met de bewoners