Van der Pek-buurt: hoe een droom een zorg werd

De documentaire De Verkrotte Droom gaat over de bewoners van de geliefde Van der Pekbuurt in Amsterdam-Noord, waar de woningen door achterstallig onderhoud en een noodzakelijke renovatie die jarenlang werd uitgesteld, slechter en slechter werden. De wijk die ooit gebouwd werd als volkshuisvestelijke droom, werd een zorg voor huidige bewoners. De documentaire vertelt het verhaal van actieve huurders in hun strijd tegen Ymere.

We realiseren ons dat bewoners zich niet gehoord hebben gevoeld. En dat hun woongeluk door jarenlange vertragingen en alles wat daarbij komt kijken is afgenomen. De documentaire stelt zaken aan de kaak die dat verdienen. Het is een aanmoediging om dingen beter te doen. Met als hoopgevende boodschap voor bewoners dat je stem laten horen zinvol is, samen en met elkaar.

We voelen ook de behoefte om enige context toe te voegen. Niet om af te doen aan de boodschappen in de documentaire. Wel om er verhalen naast te zetten die net zo goed waar zijn. Samen met de verhalen van de bewoners en die van de documentairemakers vormen die een veelkleurig verhaal van de Van der Pekbuurt. Een verhaal waar we gezamenlijk van kunnen leren.

 

Turbulente tijden

De geschiedenis van de Van der Pekbuurt vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw was turbulent. Sloop en herbouw van de wijk zou voor de woningkwaliteit de beste keus zijn, maar uiteindelijk werd besloten te renoveren na protesten van bewoners. De wijk werd beschermd stadsgezicht, waardoor alleen isolatie aan de binnenkant nog mogelijk was. Niet optimaal voor de toch al kleine woningen. Maar eerlijk is eerlijk: wat zijn we gelukkig dat Van der Pek weer wordt zoals het was.

En ook de buitenwereld veranderde en beïnvloedde voortdurend de plannen voor de wijk. Wat in drie decennia is stuk gemaakt, maak je niet in drie jaar goed. Er was een economische crisis, corporaties werden door Den Haag extra belast met een verhuurderheffing en andere belastingen, energielasten voor bewoners stegen explosief en tegelijkertijd de bouwkosten voor corporaties.

Dat alles maakte de renovatie nog ingewikkelder en kostbaarder. Elke verandering zorgde voor nieuwe afwegingen en weer extra vertraging. En intussen gingen de woningen verder achteruit, een groot aantal woningen heeft meer en meer te maken gekregen met terugkerende reparatieklachten, schimmelvorming, hoge energiekosten, tot ratten- en muizenplagen aan toe.

Daarvoor zijn excuses op zijn plaats. En die zijn ook gemaakt, maar dat neemt niet weg dat de bewoners al die tijd in onzekerheid zaten en in die omstandigheden hebben geleefd.

 

Samen met bewoners

Gelukkig hebben de huurders in de Van der Pekbuurt een vasthoudende huurdervereniging en actieve bewonerscommissies. Daardoor is er sprake van intensieve participatie, intensiever dan in welk ander renovatieproject ook. Op veel punten hebben we die adviezen dankbaar overgenomen. Zoals de behoefte van bewoners aan één aanspreekpunt in de wijk, bij wie ze voor alles terechtkunnen en die ze kennen. Die is er nu.

We blijven luisteren naar en leren van bewoners. Als voorstellen leiden tot een beter eindresultaat en financieel passen, dan nemen we ze mee in de plannen voor woningen die nog gerenoveerd moeten worden.

Natuurlijk zijn er ook meningsverschillen over de manier van renoveren, waarbij Ymere keuzes heeft gemaakt waar de huurdersvereniging het niet mee eens was. Die keuzes hebben we stuk voor stuk serieus met argumenten onderbouwd. Zo gaan we bijvoorbeeld geen trappen vervangen die nog goed zijn. Dat wil niet zeggen dat we niet geluisterd hebben, we moeten echter als Ymere een brede afweging maken. Dat doen we zo zorgvuldig mogelijk en met oog voor alle bewoners voor wie we verantwoordelijk zijn.

We spreken niet alleen in formeel verband met de huurdersvereniging en bewonerscommissies. Elke dag spreken we individuele bewoners over de renovatie, in de buurt en bij hen thuis. Zij hebben allemaal een eigen verhaal. Wat opvalt in alle verhalen is de liefde voor de wijk. Meer dan 70% van de bewoners per blok geeft zijn goedkeuring voor de renovatie. En dagelijks staan er buurtbewoners langs de bouwhekken te kijken hoe de huizen in hun straat worden gerenoveerd.

 

Eerste resultaten

We zijn nu uiteindelijk alweer enige tijd volop bezig met de renovatie van de 1.100 woningen. Ymere investeert 300 miljoen euro in Van der Pek: €265.000 per woning. Deze maand zijn de eerste 50 klaar en er wordt hard gewerkt aan de volgende 300. We hebben het tempo van de renovatie flink opgevoerd en verwachten niet in 2036, maar in 2030 klaar te zijn. Als het aan Ymere ligt, halen we dat. Maar we hebben niet overal invloed op, samen met álle betrokken partijen moeten we er de vaart in houden. Dat betekent echter ook, dat nog niet iedereen meteen aan de beurt is. In de tussentijd maken we daarom werk van achterstallig onderhoud.

Als financiële omstandigheden tegenzitten, moet je zo efficiënt mogelijk werken. Maar als bewoners voelen dat ze uit zicht zijn geraakt, dan ben je daarin te ver gegaan. Vooral als het gaat over het onderhoud aan hun huis is dat bij de bewoners van Van der Pek het geval. En daar hebben ze gelijk in. Daarom pakt Ymere dus nu regie terug. Met onze co-makers die het onderhoud doen maken we afspraken over hoe het beter kan én moet. Uitgangspunt is dat je een klus klaart zoals je het thuis ook zou doen: géén dingen doen die je zelf ook niet accepteert. Dat laatste geldt overigens ook voor onszelf. Daarmee is niet gezegd dat alle problemen tot het verleden behoren. Met name de complexe klachten blijven een uitdaging, we weten dat we nog een weg te gaan hebben.

 

Onderhoud én nieuwbouw

En terwijl we hard werken aan onze bestaande buurten, blijven we ons ook inzetten voor de mensen die nog geen woning hebben: we bouwen nieuwe woningen die zo hard nodig zijn. Ymere investeert net zo veel in het renoveren van haar bestaande woningen als in nieuwbouw. Sinds de oprichting van de eerste woningbouwverenigingen, zo’n 150 jaar geleden, zijn dit hun twee belangrijkste taken. Nieuwbouw gaat ook niet ten koste van onderhoud en renovatie, zoals vaak wordt gedacht. Voor nieuwbouw lenen we geld van banken. Onze huurders betalen dus niet mee aan de bouw van nieuwe woningen. 

 

Verkrotte dromen van de toekomst

Zoals gezegd: we zijn blij dat de documentaire er is. En we denken dat onze eigen verhalen hierop een belangrijke toevoeging zijn. Het risico is namelijk dat we de kern van het probleem niet oplossen als we de achterliggende oorzaken niet bekijken.

In dat verband is het belangrijk om een link te leggen met de actualiteit: de beslissing van deze regeringscoalitie om de huren voor twee jaar te bevriezen. Alleen voor Ymere al leidt dit tot 40 miljoen euro minder huuropbrengsten per jaar.  De meeste huurders gaan er echter maar weinig op vooruit omdat het grootste deel van de huurbevriezing weglekt naar minder huurtoeslag. Dit bespaart dus vooral Den Haag elk jaar 500 miljoen euro.

Er zijn betere manieren om de inkomenspositie van veel van onze bewoners te verbeteren: verhogen van uitkeringen, het minimumloon en de huurtoeslag. Maar daarvoor heeft het kabinet geen geld over. Zij kiezen ervoor de woningcorporaties hiervoor te laten opdraaien en dus uiteindelijk alsnóg onze huurders. Want: door geldgebrek moeten corporaties onderhoud verminderen, kunnen we minder verduurzamen en stellen we renovaties uit. Waar dat toe leidt zie je in de documentaire: nieuwe Van der Pekbuurten. Hebben we dan niets van het verleden geleerd?

In de Van der Pekbuurt hebben we het kantelpunt bereikt: de renovatie is gestart en die maken we af. We blijven er samen met bewoners aan werken om het weer de droomwijk te maken die het ooit was. Maar met de huurbevriezing zonder afdoende compensatie is de kiem gelegd voor vele nieuwe verkrotte dromen over een paar jaar. Zullen we dat niet laten gebeuren?